Omgaan met vraagstukken van deze tijd

geplaatst in: Wetmatigheden | 0

Een wirwar van vraagstukken dient zich heden ten dage aan ons op. Op de meest verschillende manieren probeert men de problemen van deze tijd te benaderen. Het aantal mensen dat met een of ander recept voor de dag komt om dit of dat probleem op te lossen of tenminste tot een oplossing ervan bij te dragen, is groot. Alle mogelijke schakeringen van gezindheid doen zich hierbij gelden, zoals: de radicale stemming die tot revolutionaire maatregelen leidt, de gematigde richting die met eerbied voor het bestaande daaruit iets nieuws zou willen ontwikkelen en het conservatisme dat zich meteen opwindt, wanneer er ook maar iets van de oude instellingen en tradities wordt aangetast.

Wie stil staat bij het omgaan met de vraagstukken van deze tijd en de zich daarbij voordoende verschijnselen overziet, wordt getroffen door een bepaald gevoel, namelijk dat de mensen de eisen die worden gesteld met kennelijk ontoereikende middelen tegemoet treden. Wat men veelal doet, is het vereenvoudigen van de werkelijkheid tot modellen en het verkeerd toepassen van de wetten van de logica op de actualiteit. Kortom: velen zouden het leven willen hervormen zonder er de werkelijke grondslagen van te kennen. Echter, wie voorstellen wil doen hoe iets in de toekomst moet gebeuren, zou zich niet tevreden mogen stellen met kennis die slechts aan de oppervlakte blijft. Hij moet zijn inzicht tot in de diepte laten doordringen. Dit vereist naast de natuurwetenschappelijke benadering van de zintuiglijk waarneembare wereld ook, dat de wetmatigheden die gelden voor het niet tastbare in de beschouwing dienen te worden betrokken. Ter verduidelijking het volgende.

Het gehele leven is als een plant die niet alleen datgene bevat wat voor het oog zichtbaar is, maar die eveneens een toekomstige toestand diep in zich verbergt. Wie zich een plant voor ogen stelt die eerst alleen bladeren draagt, weet heel goed, dat er na enige tijd ook bloemen en vruchten aan de bebladerde stengel zullen zijn. In het verborgene bevat deze plant nu reeds de mogelijkheid tot het voortbrengen van deze bloemen en vruchten. Hoe zou iemand echter het voorkomen van deze plantendelen kunnen beschrijven, wanneer hij slechts datgene van de plant wilde onderzoeken, wat op dit moment zichtbaar is? Dat kan alleen hij, die de aard van de plant in zijn totaliteit leert kennen.

Ook het leven van een mens of een organisatie dragen hun toekomstige uitingen als mogelijkheden in zich. Om echter over deze toekomst iets te kunnen zeggen, moet men tot in het verborgene doordringen. Daartoe is men in onze tijd echter weinig geneigd. Men houdt zich bezig met wat aan de buitenkant te zien is en men meent vaste grond onder de voeten te verliezen, wanneer men moet doordringen in een gebied, dat zich onttrekt aan de uiterlijke waarneming. Het spreekt vanzelf, dat de zaak bij de plant wezenlijk eenvoudiger is, dan voor een mens of een organisatie. Beide laatste zijn ‑ in tegenstelling tot de plant – uniek en eenmalig, zodat ook de toekomstige bloemen en vruchten nog niet eerder aanwezig waren. Toch zijn zij als mogelijkheid evenzeer voorhanden als de bloem en de vrucht in een plant, die op dit moment alleen nog maar bladeren toont. Wie dit inzicht nastreeft, zal slechts uit het leven zelf zijn toekomstige taken kunnen aflezen. Zo iemand zal geen willekeurige programma’s opstellen, want hij weet, dat er in de toekomst geen andere fundamentele levenswetmatigheden zullen heersen dan thans. Hij zal daarom het reeds bestaande achting toedragen. Hoeveel hij daarin ook mag aantreffen, wat voor verbetering vatbaar is, hij zal niet nalaten in het bestaande zelf de kiemen te zien voor de toekomst, wetende dat in elk wordingsproces een groei en ontwikkeling te vinden is.

Samenvattend: Omgaan met vraagstukken van deze tijd vereist een houding, die erop gericht is in de huidige situatie kiemen te ontdekken, die tot toekomstige groei en nieuwe vormen leiden. Dit type onderzoeker denkt geen programma’s uit, hij leest ze af uit het bestaande. Daartoe en ondertussen schoolt hij zijn vermogen tot het zoeken en onderkennen van oorsprongen, wordingsprocessen en waarheden. Hij doorziet zowel de eenzijdigheden van de natuurwetenschap die zich uitsluitend op de natuur richt, als de gevaren van handelen op basis van wishful thinking of mystiek. In plaats daarvan ontwikkelt hij met het gewone bewustzijn inzicht in de echte wetten van het bestaan in de wereldorde en dat geeft hem een oordeelsvermogen als remedie tegen dwaalwegen en oppervlakkigheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *