In veel organisaties zijn verschijnselen van verlamming en verzandende initiatieven waar te nemen. Op de vraag wat is nodig voor verlevendiging, luidt het antwoord: gedachteontwikkeling. Hieronder volgen enkele gedachten in dit verband.
- Er wordt veel mechanistisch gedacht en gehandeld. Kunnen we de eigen organisatie ook zien en verzorgen als een levend wezen? Het bezien van taakinhouden en werkprocessen verandert dan van karakter. Ook bevordert dit bij mensen binnen de organisatie het bewustzijn van zichzelf, het zijn. Niet alleen de resultaten gaan tellen, maar ook de weg waarlangs die worden verkregen. Voor het geheel, maar ook voor de delen kunnen de vragen waar komen we vandaan, waar zijn we en waar willen we naartoe, worden gesteld en besproken. Daarbij kan ook interesse worden opgebracht voor ontwikkelingsprocessen van elkaar. Dit leidt tot herkenning en zicht op jezelf, op je eigen proces. Het ontwikkelen en ‘verzilveren’ van de eigen talenten is en blijft een individuele verantwoordelijkheid.
- Velen lopen angstig of zonder interesse langs elkaar en om elkaar heen. In het omgaan met elkaar liggen de problemen. Men wil oppositioneel zijn en daardoor komen ernst en diepgang vaak niet tot hun recht. Wat nodig is, is een gesprekscultuur. In een gesprek speelt altijd het wat, dat wil zeggen inhoudelijke vragen, opvattingen en voorstellingen, en het hoe, dat wil zeggen het proces. De gesprekken winnen aan betekenis indien het meeleven met de ontwikkeling van de ander in zijn proces daarvan deel uit maakt.
- Er is spanning tussen zeggen en doen. Vooral jonge mensen nemen die onwaarachtigheid waar, hetgeen respect ondermijnt en onverschilligheid in de hand werkt. Eerlijkheid en oprechtheid zijn condities om überhaupt iets te kunnen bereiken.
Hoe kun je in je omgeving concreet iets veranderen?
- Probeer meer fantasie te ontwikkelen in werk- en omgangsvormen. Vorm bijvoorbeeld groepen voor het doordenken van vraagstukken en het daarmee naar buiten treden. Vanuit groepen kan er meer worden georganiseerd. Een goede groep ‘ademt’ immers naar binnen en naar buiten.
- Werk aan een gemeenschapsleven. Veel mensen hebben behoefte aan het gevoel ergens bij te horen om zich meer betrokken te voelen dan de simpele zelfzucht, de behoefte waarin de maandelijkse salarisbijschrijving voorziet. Een gemeenschap kun je echter niet maken, deze moet zich vormen langs de weg van gesprekken en ontmoetingen. Medewerkers worden dan leden van de organisatie.
- Bevorder bij leden van de organisatie bewustzijn van de samenhang tussen waarde creatie voor klanten, geld verdienen voor alle stakeholders en het ontwikkelen en benutten van talenten. Tussen deze drie bestaat geen boven- of onderschikking, ze zijn wederzijds afhankelijk: het één is een conditie voor het andere.
Als door meerdere collega’s in deze richtingen wordt gedacht en gehandeld, draagt dat er in bij dat de organisatie als levend wezen groeit, bloeit en ook steeds weer boeit. Als dit alles bovendien gebeurt vanuit een diepgeworteld inzicht dat de organisatie in het economische leven slechts bestaansrecht heeft indien de markt haar dit verschaft, dan zijn de activiteiten bovendien doorlopend gericht op het aangaan en onderhouden van verbindingen met de buitenwereld.
Om een organisatieontwikkeling in deze richting in te zetten is van belang dat de leiding ervan is doordrongen, dat achter of in de feiten ideeën werkzaam zijn. Of we nu wel of geen weet hebben van de ideeën, ze werken als kracht. Oorsprongen van wordingsprocessen en oorzaken van gevolgen treffen we nergens zonder meer aan, die kunnen slechts via denken aan de waarnemingen worden ontdekt. Als dat niet wordt ingezien, wringt daar dus de schoen. Daarom begint vooruitgang met ontwikkeling van denken.[1]
[1] Door denken over het denken kan worden ingezien hoe kennis ontstaat.
Geef een reactie