Synergetica en de leer van samenwerken

geplaatst in: Leiderschap, Leren, Ondernemen | 0

Het is evident dat voor ondernemingen geldt, dat regelmatige herijkingen van strategie en interne organisatie noodzakelijk zijn.[1] Onder dat laatste kunnen structuur en cultuur worden begrepen.

Volgens de in het boek Initiatiefnemer zijn uitgewerkte methode komt dat grosso modo neer op het volgende.

 

 

Gaandeweg allerlei initiatiefprocessen ben ik op basis van ervaringen gaan inzien, dat het er vooral om gaat tot verheldering van zaken en verdichting tot essenties te komen. Dat laatste is een proces van convergeren. Door te komen tot juiste essenties, d.w.z. ideeën, kan in mensen de wil ontstaan daarnaar te handelen.[2] Als dat proces van onderzoeken, voortbrengen en communicatie van impulserende ideeën goed gebeurt, dan is implementatie vooral een kwestie van zelfordening, divergeren en loslaten. In 2005 kwam in het kader van een veranderingsproces binnen een commerciële organisatie binnen de initiatiefgroep de volgende formulering tot stand.

 

«Het devies luidt: de organisatie inrichten op samenwerken met klanten. Dit roept vragen op, waarvoor de antwoorden nochtans ontbreken. Wellicht is nauwgezette beantwoording ook niet nodig indien mag worden vertrouwd op het sociologisch perspectief van de door Aristoteles reeds beschreven synergetica, de ‘leer van het samenwerken’. Deze leer gaat uit van de veronderstelling dat systemen zich organiseren naargelang hun capaciteiten en langs de krachtvelden die zich in de beweging ontplooien. Dat gebeurt zonder dat er sprake is van een overkoepelende sturende instantie, maar wel volgens het principe van dominantie. Welke structuurprincipes zich telkens formeren en doorzetten, is een kwestie van krachtsverhoudingen. Je moet daarom de krachten op de juiste manier een zetje weten te geven, om zo de systeemontwikkeling te beïnvloeden. Er zijn dan maar minieme, indirecte beïnvloedingen van het systeem nodig om aan de zich aandienende zelforganisatie de gewenste richting te geven.»

Blijft de vraag: wie of wat is de instantie, die waarneemt dat een zetje gegeven moet worden en dit ook geeft?

 

 

[1] Fragment uit De kernpunten van het sociale vraagstuk (pag. 17) van R. Steiner: «Zoals een organisme enige tijd na zijn verzadiging steeds weer in een toestand van honger terechtkomt, zo komt het sociale organisme vanuit een ordening van zijn verhoudingen steeds weer in een toestand van wanorde terecht. Een algemeen geneesmiddel voor de ordening van de sociale verhoudingen bestaat net zo min als een voedingsmiddel dat voor altijd verzadigt.»

[2] Citaat Goethe: «Wil is de idee zelf als kracht opgevat.»

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *